Home

 

Ik


schrijf


maak theater


publicaties


vrienden


pers


agenda


contact


English

Pers

Vrouw/man-verhoudingen in het Vlaamse podiumkunstenlandschap

woensdag 5 maart 2014
door David Eeckhout

In theaterwereld gaan de topfuncties nog altijd naar mannen

67 procent van de afgestudeerden in de podiumkunstenopleidingen zijn vrouwen. Die oververtegenwoordiging zet zich echter niet door in het Vlaamse podiumkunstenlandschap. Anno 2012 was slechts 40 procent van de artiesten vrouw.
In theaterwereld gaan de topfuncties nog altijd naar mannen
Hoewel er beduidend meer vrouwen afstuderen aan opleidingen in podiumkunsten (7/10), gaan de topfuncties haast uitsluitend naar mannen. (foto Andreas Praefcke wikipedia)
Het onderzoek werd uitgevoerd door het Kaaitheater in samenwerking met VTi, steunpunt voor podiumkunsten, het Sociaal Fonds voor de Podiumkunsten en Leen De Graeve (theaterwetenschapster en -maakster).
Aanleiding waren de opvallende (slechte) resultaten van een kleinschalig onderzoek vier jaar geleden. Nu werkten dezelfde organisaties aan een grondiger genderonderzoek. Het onderzoek bestrijkt een periode van 20 seizoenen Vlaamse podiumkunsten tussen 1992–1993 en 2012–2013.
In totaal gaat het om 13.317 producties, 21.805 artiesten en 1281 alumni. Daarbovenop werden ook de verhoudingen binnen raden van bestuur, directiefuncties en genomineerden voor de Vlaamse cultuurprijzen bekeken.

Meer vrouwelijke afgestudeerden

Leen De Graeve onderzoekt de genderverhoudingen in haar eigen sector al enkele jaren. “Elke keer opnieuw hoop ik dat er in vorige studies een rekenfout is gemaakt. Vooral de wanverhouding in de doorstroom van afgestudeerden verbaast mij keer op keer.”
Op dans-en theaterscholen zijn vrouwelijke studenten oververtegenwoordigd. Zo’n 67 procent van de afgestudeerden zijn vrouwen. Daarvan stroomt 66 procent door naar de Vlaamse gesubsidieerde podiumkunsten. Bij mannen ligt dat percentage met 78 procent een stuk hoger.
“Een andere frappant gegeven zie je in de laureaten en genomineerden voor de Vlaamse cultuurprijzen, die worden sinds 2003 uitgereikt", zegt Leen De Graeve. “ Zo zijn er beduidend meer mannen die een rol spelen in het hele gebeuren. Voor de categorie ‘Toneelliteratuur’ werd zelfs nog geen enkele vrouw genomineerd."

Mannen aan de top

In het onderzoek werd er zowel gekeken naar het aantal vrouwen ten opzichte van het aantal mannen, als naar het aantal credits dat ze verzamelden. Een credit staat voor één deelname aan een productie. Stel dus dat Jan Modaal zowel de regisseur als hoofdrol van een theatervoorstelling voor zijn rekening neemt, dan staat dat gelijk aan twee credits.
Waar bij acteurs en actrices de verhouding nog niet helemaal ongelijk is (58 procent mannen en 42 procent vrouwen), domineren mannen het regielandschap (70 procent van alle credits). “Het is een jammerlijk vaststellen dat hoe hoger de positie binnen de sector, hoe lager het percentage vrouwen”, zegt De Graeve.
Er werd ook gekeken naar wie er de leiding heeft binnen alle meerjarige subsidieerde podiumkunstorganisaties voor 2013-2014/2016 (dans, muziektheater, sociaal-artistieke werking, kunstcentra en theater).“De jeugdtheaters zijn de enige grote organisaties waar er meer vrouwen aan de top staan dan mannen (2/1)”, zegt De Graeve."  
“Binnen alle andere soorten lopen de verhouding uiteen, van 45 procent bij dansorganisaties tot 25 procent bij festivals. De vijf stadstheaters worden allemaal geleid door een man. We zien op de hiërarchische ladder vlak onder die mannen wel vaak een leidinggevende vrouw, maar zij krijgt noch dezelfde titel, noch hetzelfde loon. De man is het hoofd, de vrouw is de nek, zoals men placht te zeggen in patriarchale samenlevingen…"

Mannen gewoon beter dan vrouwen?

Een opmerking die Leen De Graeve vaak krijgt wanneer haar onderzoek ter sprake komt, is dat mannen gewoonweg beter leiding kunnen geven, of bekwamer zijn in het schrijven van theaterstukken. Volgens haar is dat een kritiek die vrouwen al eeuwenlang te horen krijgen, ”Schrijvers als Baudelaire en Nietzche zagen vrouwen zelfs als onbekwaam om creatief te zijn.”
“Wanneer mensen met zo’n commentaar afkomen verwijs ik gewoon naar de alumni van onze podiumkunstopleidingen”, zegt Leen. “Het feit dat 70 procent van de afgestudeerden vrouwen zijn, betekent dan wel dat er iets grondig mis met het niveau van die opleidingen.”
Volgens haar ligt het probleem in de doorstroming van vrouwen op latere leeftijd. “De verhoudingen in de leeftijdscategorie van 20 tot 30 jaar zijn nagenoeg gelijk, het is pas op latere leeftijd dat het verschil oploopt.”
“Er zijn verschillende factoren die daarvan de oorzaak zijn”, zegt Leen De Graeve. “Zo wordt er meestal voor een man gekozen als de keuze bestaat uit een man en een vrouw met een vergelijkbaar CV. Dat laatste is iets waar minister Joke Schauvliege (CD&V) veel aandacht voor heeft. Zij kiest in zo’n situatie eerder voor een vrouw.”
Hoe pak je die ongelijke verhouding dan aan? “Er zijn verschillende maatregelen die je als samenleving kan nemen om die ongelijkheid in het algemeen te bestrijden”, denkt De Graeve. “Zo bestaat er in Zweden bijvoorbeeld gelijk ouderschapsverlof voor mannen en vrouwen. In commissies waar men met quota’s werkt zitten ook veel meer vrouwen. Ik wou dat het niet nodig was, maar het is momenteel de enige manier om een gelijke aanwezigheid te garanderen.”
Leen De Graeve is echter wel hoopvol over de toekomst, “ooit werd vrouwen verweten dat ze niet met politiek bezig konden zijn, dat tegendeel is ondertussen ook wel bewezen. We zien dat binnen de jongere generaties de verhoudingen redelijk gelijk zijn, ik ben optimistisch en hoop dat we die tendens kunnen doortrekken.
Het onderzoek wordt gepubliceerd naar aanleiding van de tweede editie van WoWmen! Een evenement van het Kaaitheater dat plaatsvindt tussen 10 en 15 maart waarin de focus wordt gelegd op gender, maatschappij en kunst.