©DaphnevandenBlink
Op 17 september 2012 verkondigde Bart De Wever op de website van Knack: 'Iets wat van iedereen is, is niets waard.' Toen hij nog geen maand later verkozen werd tot burgemeester van Antwerpen, schreef Leen De Graeve het volgende gedicht. Ze sprak het uit voor het stadhuis, na een poëtische rouwmars.
Dingen die van iedereen zijn en toch waardevol
warme, vochtige zomerlucht die je inademt in het Rivierenhof na een regenbui
voetballen in parken, op pleintjes, in steegjes, met een bal die over alle taalgrenzen heen rolt
kijken naar een man die flaneert, onbewust mooi, op een zomerdag door een straat in Borgerhout
geluid van den Beiaard in de zomer op de Grote markt, of de Groenplaats, of de Hoogstraat, veel luider dan de belletjes en melodietjes van ijscokarretjes, veel luider dan het gekoer van de duiven of het gekrijs van de meeuwen
zonsondergang boven de schelde, alleen onder een dekentje, of tegen uw man of uw vrouw aangedrukt om van hem of haar de warmte te ontfutselen die de zon niet meer geeft
sneeuw die zich als een Turks tapijt met grijs-witte patronen in Park spoor Noord ontrolt
kijken naar kinderen die sneeuwballen rollen, de kleurcontrasten zien, zwarte handjes in sneeuw, witte handjes rond een sneeuwbal, spleetoogjes die zich toeknijpen, koffiekleurige kaakjes beplakt met een sneeuwbal
geluid van schoolbellen die rinkelen over de muren heen of muziek die uit een open raam over de straat waait
de maan die opkomt, rood en vol, tussen den boerentoren en de kathedraal
gesprekken in cafés met interessante mannen, die eerst enkel in het gesprek geïnteresseerd zijn, en later op de avond ook niet meer weten wat er nog gezegd moet worden en het vervolg kent iedereen
van wie is de liefde?
van wie is de taal?
dit gedicht is van iedereen
geschreven in een stad
van iedereen.
Copyright © Leen De Graeve 2012